Le Mans 24 – 1923-1960: Olivier Gendebien en Paul Frère zegevieren voor Ferrari, België van bij aanvang op het podium

In 1958 werd Olivier Gendebien de eerste Belg die een algemene overwinning in de 24 Uur van Le Mans behaalde. Nadien volgden voor hem nog zeges in 1960, 1961 en 1962. Van zijn acht deelnames zag hij dus vier keer, telkens met Ferrari, als eerste de finishvlag. Dat duidt op zijn ongelofelijk kunnen om het sparen van de techniek en het goed inschatten van moeilijke situaties aan snelheid te koppelen.

(Foto: © ACO 24 Heures du Mans – Audi Sport – Ferdi Kräling Motorsport-Bild GmbH – Ferrari)

Hill en Gendebien

Phil Hill was bij drie zeges zijn teamgenoot, maar in 1960 won hij met een landgenoot, Paul Frère. De Belgische equipe van de Ferrari 250 TR59/60 bleef toen de NART Ferrari van André Pilette en Ricardo Rodríguez met vier ronden voor. Na zijn laatste overwinning in 1962 kondigde Gendebien zijn afscheid aan.

Voor journalist Paul Frère was de winst in 1960 tevens het moment om afscheid te nemen van zijn racecarrière. In 1955 en 1959 eindigde Frère al twee keer tweede met een Aston Martin. In 1955, de tragische editie, was Peter Collins zijn teamgenoot en behaalden ze de zege in de categorie 2001-3000 cc. In 1958 won de racende journalist met een Porsche 718 RSK zijn klasse.

Paul Frère

Paul Frère bleef echter tot zijn laatste dagen betrokken bij de etmaalrace door onder andere telkens in het jaarboek zijn opinie te schrijven. Op 86-jarige leeftijd, in 2003, kreeg Paul de gelegenheid van Audi om tijdens de testdag gedurende drie rondjes de Audi R8 aan de tand te voelen. Traag was hij zeker niet, met een topsnelheid van iets meer dan 280 km/u op Les Hunaudières.

De andere Belgische prestaties tijdens de jaren ’50 en voordien

Tijdens de eerste 24 Uur van Le Mans, in 1923, won het duo Nicolas Caerels en André Dills de klasse 5001-8000cc met een Belgische Excelsior. Raymond de Tornaco, de vader van Charles, was 100 jaar geleden de snelste in de divisie voorbehouden voor wagens met een motorinhoud van 1501 tot 2000cc en hij werd derde algemeen. Een jaar later zegevierden Joseph Chavée en André Pisart in deze klasse.

De film Full Throttle is een aanrader voor wie van deze vroege autosportjaren houdt. In deze film vertolkt Rowan Atkinson Henry Birkin die in 1929 en 1931 met respectievelijk Bentley en Alfa won.

In 1954 wonnen Pierre Stasse en Johnny Claes met een Porsche 550 de categorie voorbehouden voor wagens met een inhoud van 1101 tot 1500 cc. Het daaropvolgende jaar werden Jacques Swaters en Johnny Claes met een Jaguar D-Type van Ecurie Francorchamps derde algemeen en in 1956 was deze plaats in de eindstand weggelegd voor Olivier Gendebien.

Het Belgische duo Lucien Bianchi en Georges Harris was in 1957 primus in de klasse 1501-2000 cc. Ze bestuurden toen een Ferrari 500 TRC van Equipe Nationale Belge en eindigden zevende algemeen, drie plaatsen achter Paul Frère en Freddy Rousselle in een D-Type van het Belgische team. In 1959 wonnen Jean Blaton “Beurlys” en Léon Dernier “Elde” met een Ferrari 250 GT LWB de GT-categorie en tikten als derde af in het algemene klassement.

Deze reeks is uiteraard niet exhaustief en we verwijzen graag naar diverse naslagwerken, waaronder ‘Les Pilotes Belges Aux 24 Heures du Mans’ van de hand van Lucien Beckers voor meer informatie. Wij zullen trachten in deze weken voorafgaand aan de ‘eeuwrace’ een beeld te geven van de verbondenheid van Le Mans en ons land.