Opinie: crisis in het middenveld van de autosport?

Cijfers liegen niet, wordt wel eens gezegd en dat geldt ook voor de autosport en de startvelden van de verschillende series en kampioenschappen. Sinds enige tijd is er een opvallende evolutie wat betreft de aantallen deelnemers, met name de grote verschillen tussen het succes van de breedtesport en de absolute top van de autosport enerzijds en de moeilijkheden in de middenklasse van de racerij anderzijds.

Het is een opvallende vaststelling dat de topkampioenschappen, daar ook waar het meeste geld in omgaat, het bijzonder goed doen. Denk maar het FIA WEC, GT World, ELMS, maar ook de feederseries van de F1, gaande van F4 tot en met F2, die volle startvelden presenteren en vaak al maanden vooraf vol zitten. Aan de andere kant van het spectrum zien we ook meer dan volle paddocks in de Belcar Sprint Cup of gelijkaardige competities in Nederland of elders.

Tussenin lijkt het echter moeilijker, al zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen op de regel. Echter de afgelopen weken vielen een aantal tegenvallende cijfers op, voor kampioenschappen die het tot voor kort goed tot zeer goed deden. In eigen land zien we dat er dit weekend in het Belcar-kampioenschap maar goed twintig wagens starten, tegen een dertigtal vorig jaar. Ook de Supercar Challenge kreeg voor de opener van het seizoen in Zandvoort niet meer bolides over de vloer. Afgelopen week moest dat Nederlandse kampioenschap het zelfs met elf wagens doen tijdens de verplaatsing naar Oschersleben. In de Franse GT4 is het aantal deelnemers op twee seizoenen tijd gereduceerd van goed veertig naar een twintigtal. Creventic moest het met ongeveer evenveel wagens doen tijdens een 24-uursrace in Portimao en om nog een Belgische serie te noemen, ook in BGDC wordt de kaap van de twintig wagens dit weekend in Magny-Cours maar net gerond. Ook internationaal stellen we iets soortgelijk vast, met bijvoorbeeld amper vijftien wagens in de TCR Europe. Ook in de rallysport zien we overigens eenzelfde patroon, met volle velden in VAS en ASAF en minder sterke startvelden in een aantal nationale rallywedstrijden.  

Harry Steegmans, Algemeen Directeur van Circuit Zolder, benoemt een eerste probleem: “We moeten vaststellen dat de opeenvolging van crises, van corona tot de energiecrisis toch zijn tol eist en het gaat op dit ogenblik economisch minder goed dan enkele jaren geleden en dat laat zich gevoelen. Bovenaan de autosportladder gaat het om mensen met heel veel middelen en daar zie je die impact niet, maar de traditionele ondernemer moet wel meer oppassen wat er met de budgetten gebeurt. We zien dit seizoen in ons kampioenschap een aantal vaste waarden niet meer starten of in minder races starten en die mensen geven zelf aan dat ze er wel graag bij waren geweest. Namen noemen ga ik niet noemen, dat kan iedereen zelf door de deelnemerslijsten te vergelijken. Ik kijk ook in eigen boezem en misschien was de zesde race dit seizoen misschien niet de beste optie. In crisisjaren, moeten we misschien eerder richting vier races gaan, om de mensen toch tegemoet te komen.

Kalenders

Een tweede aspect zou dat van de overvolle kalenders kunnen zijn. Dit weekend zijn zowat alle Belgische circuitseries aan het werk, waaronder de BGDC en het Belcar Endurance Championship, twee series die grotendeels uit hetzelfde vaatje tappen. Maar verder zijn er dit weekend ook races van de 2PK en C1-competities, de Fun Cup en uiteraard de Belcar Sprint Cup.

Misschien zit de kalender dan ook te vol?

Ik denk vreemd genoeg niet dat de BGDC één deelnemer aan de het Belcar-kampioenschap kost en omgekeerd, hetzelfde geldt voor de Supercar Challenge. Maar anderzijds moeten we misschien wel over samenwerkingen nadenken”, vult Harry Steegmans aan. “Ik heb niets concreet voor ogen, maar onder meer voor races op Francorchamps of in het buitenland zou dat een optie kunnen zijn. Anderzijds wil ik wel stellen dan de komende races er beter uitzien en de 24 Uur van Zolder is en blijft een autosportfeest.”