In de wedstrijd van 110 minuten werden er maar liefst 72 achter de safety car gereden en zes onder full course yellow. Een safety car-interventie was ook de oorzaak dat een deel van de deelnemers een ronde vroeger hun pitstop kon afwerken dan de koplopers en hierdoor een voordeel verwierf. Voor de Haegeli by T2 Racing Duqueine van Brent Verheyen en Pieder Decurtins, die op dat moment tweede was, was het een nadeel waardoor ze terugvielen in het klassement. Het Belgisch-Zwitserse duo werd uiteindelijk nog zevende in een wedstrijd die werd gewonnen door Wayne Boyd en John Schauerman in een Ligier JS P320 van United Autosports.
De wedstrijd werd gekenmerkt door de vele aanrijdingen en de neutralisaties die hierop volgden. Eén van deze safety car-fasen speelde in het nadeel van de koplopers. De lange rij van wagens reed net de inrit van de pitlane voorbij, toen de klok aangaf dat de eerste 45 minuten gereden waren. 45 minuten is namelijk de minimum rijtijd voor een rijder. De wagens die de pits konden inrijden toen deze eerste drie kwartier erop zaten hadden dus een voordeel tegenover deze, de top-12, die nog een ronde moesten afleggen voor ze eveneens onder deze neutralisatie de pits konden opzoeken.
Door deze situatie zaten bij de herstart die erop volgde zelfs zes GT3’s in de top-10 van het algemene klassement. Brent Verheyen nam geen onnodige risico’s, zoals sommige van zijn concurrenten wel deden, en schoof op naar een zevende positie als eindresultaat. De van pole vertrokken Nielsen Racing Ligier van Anthony Wells en Josh Skelton verdween uit de wedstrijd na een ongeval van Skelton.
GT3 werd gewonnen door de GMB Motorsport Honda NSX GT3 van de Denen Thomas Andersen en Simon Birch.
