ELMS Spa: een gesprek met Tom Van Rompuy

Tom Van Rompuy rijdt dit weekend voor eigen publiek. Hij deelt het stuur van de Oreca 07 – Gibson van DKR Engineering met zijn teamgenoten Sebastián Álvarez en Nathanaël Berthon. Het trio komt uit in de felbevochte LMP2 Pro-Am-klasse. Vorig jaar stond Tom met een tweede plaats op het podium van de LMP3-klasse bij de Belgische manche van het Europese uithoudingskampioenschap. Iets wat hij dit jaar graag in LMP2 Pro-Am wil herhalen.

(Foto’s: © Tom Van Rompuy en Peter Crauwels)

Naast de 24 Uur van Le Mans moet de ELMS wedstrijd op Spa ongetwijfeld de tweede belangrijkste race van het jaar voor je worden. “Zeker, want het is onze thuiswedstrijd en het is leuk om met een LMP2-wagen op eigen bodem te kunnen rijden. Ik kijk er heel hard naar uit want er zijn ook veel toeschouwers die je kent en het is de uitgelezen gelegenheid om je partners uit te nodigen om te komen kijken.”

Is een podium in Pro-Am mogelijk? “Het is zeker het doel. Het is een klasse met een heel sterke bezetting, maar ik denk dat het niet onmogelijk is. Zoals altijd moet je een tikkeltje geluk hebben en zeker geen tegenslag kennen om een mooi resultaat te behalen. De testdag van woensdag verliep heel goed, zowel qua snelste rondetijd als op vlak van de gemiddelde rondetijd.”

“We zijn momenteel (na de eerste vrije training en de Bronze Test) nog wat zoekende om de setup te verbeteren voor de langere stint. In de tweede vrije training zullen we nog een aantal zaken uitproberen en dan zien we welke afstelling het best past. De beperkingen die worden opgelegd qua camber en bandendruk maken dat je minder evidente oplossingen moet zoeken. Men legt deze restricties op in functie van de veiligheid omdat het voorverwarmen van de banden niet meer toegelaten is. Het geeft ons echter minder mogelijkheden want camber en bandendruk zijn de meest voor de hand liggende items om mee te spelen in functie van bandenslijtage en onder- of overstuur.”

Vorig jaar reed je met de Duqueine LMP3 op Spa en nu met een LMP2. Kan je de verschillen eens beschrijven? “Een LMP2 is op alle vlakken net iets rapper dan de LMP3. Vorig jaar gingen we door Eau Rouge met een 210km/u op de teller. Nu doen we dit aan ongeveer 260km/u. Dat is echt waanzinnig! Daar merk je de efficiëntie van het aeropakket van de LMP2. Je voelt je stuur zwaar worden en daarna terug licht en ook de krachten die op de auto worden uitgeoefend. Het is moeilijk te beschrijven!”

De 24 Uur van Le Mans ligt nu iets meer dan drie maanden achter ons. Na een aanrijding door een Glickenhaus in de beginuren verloren jullie veel ronden, maar desondanks vochten jullie terug met een podiumplaats in Pro-Am als eindresultaat. Het was ongetwijfeld een onvergetelijke ervaring.

“Absoluut en die pakken ze me nooit meer af. De vibe die er hangt is uniek. Het gaat over heel het programma, van de testdagen over de parade tot en met de race. Voor mij is de 24 Uur van Le Mans het mooiste autosportevenement ter wereld. Het was fantastisch. Het circuit is legendarisch en heel specifiek. Het was voor mij even zoeken naar het ritme omdat we met een low downforce pakket reden. Het was ook super dat ik het kon doen met Maxime Martin en Ugo de Wilde. Ze zijn beide enorm professionele piloten, maar ook heel warme kerels. Het klikte direct waardoor we als een echt team aan de start kwamen. We hadden net voor de start de pech dat de starter stuk was. Het team begon te sleutelen en wist de wagen nog net op tijd te starten om achteraan bij de opwarmronde aan te sluiten. Maxime werkte een heel goede openingstint af, maar een Glickenhaus zag te laat een slow zone en reed vol achterin onze Oreca. We hebben dan meer dan een uur in de pits gestaan. Het gaf een mentale tik, maar we gaven niet op. We maakten de klik en hebben strakke stints gereden. Uiteindelijk werden we derde. Het was echt een rollercoster van emoties met uiteindelijk tranen van geluk. Gewoonweg een waanzinnige ervaring!”

“Het zou leuk zijn om volgend jaar opnieuw de 24 Uur te doen, maar we zullen moeten bekijken hoe alle puzzelstukjes in elkaar vallen. Het is nog even afwachten.”