De eerste editie van wat vandaag de Spa 6 Hours van het FIA WEC is, vond plaats in 1953. Ondertussen zijn we meer dan zeventig jaar verder, en de race trekt nog steeds tienduizenden fans naar het circuit. De uithoudingsraces beleven ongekende hoogdagen, met komende zaterdag niet minder dan acht constructeurs in de Hypercar-klasse, terwijl er de komende jaren nog zeker drie nieuwe merken verwacht worden. Wij duiken echter in de geschiedenis van de race.
Foto: Porsche, Franz Ponder
Op 17 mei 1953 wint een dan nog jonge Olivier Gendebien de Coupe de Spa aan het stuur van een Ferrari 166 MM, een wagen ingeschreven door burggraaf Géry d’Hendecourt en eigendom van Max Thirion. Er staan een twintigtal wagens aan de start, verdeeld over diverse klassen.
De race is dan nog veel korter dan vandaag, en het duurt bovendien tot 1963 vooraleer de wedstrijd in een kampioenschap wordt opgenomen.
Vanaf 1963 het WK Uithouding
Op 12 mei 1963 strijkt het WK Uithouding voor constructeurs neer in de Ardennen, toen uiteraard nog op het veertien kilometer lange oude circuit. Aan de start staan tweeëndertig wagens, voor een wedstrijd van uiteindelijk 507 kilometer. Onze landgenoot Willy Mairesse behaalt er zijn tweede van uiteindelijk drie zeges, aan het stuur van een legendarische Ferrari 250 GTO. Achter hem eindigen de Fransman Pierre Noblet en de Zwitser Jo Siffert, beiden ook in een gelijkaardige Ferrari, op de tweede en derde plaats.
Tot en met 1975 doet het WK, in diverse gedaanten, het Ardennencircuit aan, met niet minder dan drie zeges voor Jacky Ickx: in 1967 samen met Dick Thompson in een Mirage M1 Ford, in 1968 met Brian Redman in een Ford GT40, en tot slot in 1974 met Jean-Pierre Jarier aan het stuur van een Matra-Simca.
Uit de gloriejaren van de uithouding dateren uiteraard de twee zeges van de Porsche 917 van J.W. Automotive Engineering, én het waanzinnige ronderecord van Henri Pescarolo in 1973 aan het stuur van een Matra 670B, waarbij de Fransman een gemiddelde van 262,41 km/u haalde. In 1971 zette Jo Siffert, in een Porsche 917, al een ronderecord tijdens de race neer van 3 minuten, 14 seconden en 60 duizendsten, of een gemiddelde snelheid van 260,842 km/u. De race van 1971 werd overigens afgelegd in vier uur en één minuut, of ene gemiddelde van net geen 250 km/u. Waanzin.
In 1975 valt het doek over het WK Uithouding op het oude circuit, met een overwinning voor Henri Pescarolo en Derek Bell in een Alfa Romeo 33TT12, een ronde voor hun teamgenoten Arturo Merzario en Jacky Ickx. Het oude Spa-Francorchamps is te snel en te gevaarlijk geworden, getuige races van duizend kilometer die in amper vier uur werden afgewerkt. Bovendien verkeert de uithoudingsracerij in de tweede helft van de jaren zeventig in een crisis.
Op het nieuwe circuit
In 1981 komt er een nationale versie van de 1000 kilometer van Spa, met een zege voor de Porsche 935 van David-Trigaux, die het nipt haalt van de Mazda RX-7 van Diedonné-Honegger.
Het tij keert echter in 1982 met de introductie van de Groep C-regelgeving. Porsche, Lancia, Ford, Rondeau en andere constructeurs maken zich klaar, en het WK Uithouding neemt een nieuwe, vliegende start. Bovendien is de nieuwe omloop van Spa-Francorchamps dan al enkele jaren in gebruik, en die is veel veiliger dan voordien.
Tussen 1982 en 1990 komt het WK opnieuw naar ons land, met nog eens twee zeges voor Jacky Ickx: zowel in 1982 als in 1983, aan de zijde van de betreurde Jochen Mass, telkens in een Rothmans Porsche 956. Ickx is overigens samen met Derek Bell de enige die race op de beide circuits wist te winnen.
Van Belgische zijde is er ook de zege van Thierry Boutsen in 1986, samen met Frank Jelinski in een Porsche 962C van Brun Motorsport.
Uiteraard kent de race ook een gitzwarte bladzijde, met name in 1985, wanneer de jonge, beloftevolle Duitser Stefan Bellof – een jaar eerder nog winnaar – op de Raidillon het leven laat.
Naast Porsche behalen ook Lancia, Jaguar, Sauber en Mercedes overwinningen, al gebeurt dat in 1989 en 1990 in races van amper 480 kilometer – of een goed uur langer dan een Formule 1 Grand Prix. Het doek valt opnieuw, en pas in 1999 zullen er weer prototypes in onze Ardennen om de zege kampen.
In een tweede deel van dit artikel komen we terug op de periode vanaf 1999.