Oud F1-teambaas Eddie Jordan is op 76-jarige leeftijd overleden. Vorig jaar werd bekend dat hij leed aan een agressieve vorm van blaas- en prostaatkanker. Hij was een man die graag gezien werd in de paddock. De flamboyante ondernemer, die aanvankelijk priester wilde worden, gaf als teambaas jonge talenten zoals Michael Schumacher en Thierry Boutsen de kans om zich te bewijzen. Jordan begon zijn autosportavontuur in de karting.
Tekst: Nils Bovijn – Foto: F1
Edmund ‘Eddie’ Jordan werd geboren op 30 maart 1948 in Dublin, Ierland. In zijn jeugd droomde hij ervan om priester te worden. Na zijn studie werkte hij kort bij de Bank of Ireland, maar hij verhuisde naar Jersey, waar hij zijn carrière in de racerij begon. Hij startte met karten en werkte zich langzaam omhoog. Zijn echte doorbraak kwam in de jaren ‘70, toen hij besloot de overstap naar de Formule Ford te maken. In de Britse Formule 3 reed hij samen met oud-F1-rijder Stefan Johansson, met wie hij de bijnaam “Team Ierland” kreeg. Eind 1979 richtte Jordan zijn eigen team op: Eddie Jordan Racing.
F1 loert om de hoek
Na successen in lagere klassen richtte de Ier Jordan Grand Prix op. Het team debuteerde in de F1 met de Jordan 191, een auto die veel aandacht trok door zijn ontwerp en prestaties. Datzelfde jaar bood hij Michael Schumacher de kans om te rijden op het Circuit de Spa-Francorchamps. De Duitser kreeg de kans bij Jordan omdat vaste rijder Bertrand Gachot was veroordeeld tot een gevangenisstraf voor het mishandelen van een taxichauffeur in Londen. Eén race later vertrok Schumacher al naar Benetton, ondanks dat er een principeakkoord lag om het seizoen bij het Ierse team uit te rijden.
Succes en geldproblemen
In 1998 boekte de Ierse renstal zijn eerste overwinning. Wereldkampioen Damon Hill won de kletsnatte Grote Prijs van België, voor ploegmaat Ralf Schumacher. Een jaar later vocht het team lange tijd mee om het kampioenschap. Ze wonnen drie races dat seizoen met de Duitser Heinz-Harald Frentzen. Het team werd uiteindelijk derde in het constructeurskampioenschap.
De jaren daarna verliepen minder succesvol voor Jordan. Sponsoren trokken zich terug en de prestaties bleven uit. De renstal zakte naar de achterste gelederen van het veld. Eind 2004 besloot Eddie Jordan zijn team te verkopen aan de Russisch-Canadese zakenman Alex Shnaider. Het team werd later opnieuw verkocht en kreeg uiteindelijk de naam Force India, en later Aston Martin.
Leven na Jordan Grand Prix
Na zijn vertrek uit de Formule 1 richtte Jordan zich op verschillende zakelijke activiteiten. Hij investeerde in vastgoed, paardenrennen en voetbal. Vorige maand sprong hij nog in de bres voor de Ierse rugbyclub London Irish. Als zakenman richtte hij het consortium Jordan Associates op om de club te redden.
Daarnaast bleef hij betrokken bij de F1 als analist bij de BBC en Channel 4. Hij stond erom bekend vaak als een van de eersten voorspellingen te doen over de rijdersmarkt, die later uitkwamen. Hij was ook actief als ambassadeur voor de kankerstichting Young Lives vs Cancer. Samen met David Coulthard presenteerde hij de podcast Formula For Success.
In zijn vrije tijd was Jordan een fervent drummer. Hij speelde in zijn eigen band met de welluidende naam V10. Vorig jaar werd bij de Ier een agressieve vorm van blaas- en prostaatkanker vastgesteld. Hij onderging meerdere chemokuren, maar in december maakte hij in zijn podcast bekend dat de ziekte was uitgezaaid. Hij overleed thuis in zijn woning in Kaapstad, omringd door zijn familie. Eddie Jordan laat een vrouw en vier kinderen na.
