Spa 24: BMW (deel 3) – de Duitse constructeur heerst met de 3 Reeks

De BMW M3 werd in de tweede helft van de jaren ’80 de opvolger van de 6-reeks in de verschillende toerwagenkampioenschappen en dus ook bij de 24 Uur van Spa-Francorchamps. Na de M3 zouden ook nog andere varianten van de 3 Reeks in supertoerisme en superproductie de Belgische etmaalrace winnen.

(Foto’s: © David Noels & BMW)

Eric van de Poele behaalde in 1987 zijn eerste van vijf overwinningen. Hij deed dat met een M3 die werd ingezet door CiBiEmme onder de naam van Waterloo Motors en als teamgenoot van Jean-Michel Martin en Didier Theys. ‘Tintin’ verdeelde dat weekend trouwens zijn tijd tussen Spa en het Duitse vliegveldcircuit Wunstorf, waar hij een manche om het DTM betwistte.

Hoewel de drie Eggenberger Ford Sierra in 1988 vooraan op de startgrid stonden, won de M3 van het trio Roberto Ravaglia, Altfrid Heger en Dieter Quester een etmaal later de wedstrijd, die voor een laatste keer meetelde voor het Europese toerwagenkampioenschap. In 1989 was de Sierra te sterk, maar in 1990 trok een M3 opnieuw aan het langste eind in de tweestrijd met Ford.

1992 zorgde voor de spannendste finish tot nu toe. Dat jaar dook op minder dan 5 minuten van het einde een BMW op in de spiegels van de Schnitzer M3 van Eric van de Poele. Het was de Bigazzi M3 met de Brit Steve Soper aan het stuur. Soper was aan het pushen en van de Poele, die geen radioverbinding had en brandstof moest sparen, werd ingelopen. In de voorlaatste ronde gaf Soper een klein tikje in de Busstop en ging hij bij het aansnijden van La Source de Belg voorbij. Eric van de Poele gaf nog alles in de allerlaatste ronde, maar strandde op minder dan een halve seconde van de overwinning.

In 1993 ontbrak BMW vooraan. De Duitse constructeur achtte het voordeel van de Porsche 911, die in de klasse GT uitkwam, te groot en daardoor waren er geen topteams voor de constructeur uit Beieren aanwezig.

Vanaf 1994 werd door de organisatie resoluut de kaart van de supertoerismewagens van twee liter getrokken en zo verdween Porsche van het toneel. BMW bleef enorm inzetten op de Belgische etmaalklassieker en het lukte de Duitse constructeur zelfs om Nelson Piquet driemaal aan de start te brengen. Tot en met 1997 was BMW ongenaakbaar. In deze periode liet de Duitse constructeur slechts één podiumplaats van het algemene podium aan een ander merk. Didier de Radigues, Patrick Snijers en Philippe Favre werden in 1995 met een Honda Accord derde. Thierry Tassin boekte in 1996 zijn vierde zege en evenaarde zo toenmalig recordhouder Jean-Michel Martin die in ’92 zijn vierde behaalde. In 1996 volgde ook een opmerkelijke prestatie van het damesteam bestaande uit Florence Duez, Yolanda Surer en Kate Rafanelli. Ze reden met hun BMW M3 een vlekkeloze race en wonnen Groep N met een vierde plaats algemeen.

Om de competitie te verbeteren besliste de organisatie om de dure supertoerismewagens te bannen en zich voor 1998, en de 50ste editie, tot superproductie te richten. Het reglement leverde tot 2000 volle startvelden met een grote diversiteit en een mooie strijd, maar de wagens spraken minder tot de verbeelding. Ze waren ook vrij traag voor een snelle en lange omloop als Spa. Ondanks de reglementswijziging zou de zege in 1998 opnieuw naar een BMW gaan, deze van Juma. Het vierde succes van het team van de familie Mampaey volgde 21 jaar na hun eerste overwinning. In 1998 kwam ook een opmerkelijk duo aan de start met een Renault Megane: Jacky en Vanina Ickx. Vader en dochter deden het uitstekend en streden in de top-5 tot ze rond middernacht uitvielen door een ongeval.

Winnaars:

  • 1987 / Eric van de Poele – Jean-Michel Martin – Didier Theys / BMW M3
  • 1988 / Dieter Quester – Altfrid Heger – Roberto Ravaglia / BMW M3
  • 1990 / Fabien Giroix – Johnny Cecotto – Markus Oestreich / BMW M3
  • 1992 / Jean-Michel Martin – Steve Soper – Christian Danner / BMW M3
  • 1994 / Thierry Tassin – Roberto Ravaglia – Alexander Burgstaller / BMW 318is
  • 1995 / Joachim Winkelhock – Steve Soper – Peter Kox / BMW 320i
  • 1996 / Thierry Tassin – Jörg Müller – Alexander Burgstaller / BMW 320i
  • 1997 / Didier de Radiguès – Marc Duez – Eric Hélary / BMW 320i
  • 1998 / Marc Duez – Eric van de Poele – Alain Cudini / BMW 318i