Sinds McLaren in 1992 met de McLaren F1 op de proppen kwam, speelt het Britse merk mee in de klasse van de groten der aarde, zoals Ferrari, Lamborghini of andere supermerken. Vandaag heeft de Britse autobouwer diverse modellen in de showroom staan, waarvan de meeste Supercars zoals de Artura, de 720S en de 765LT, naast een aantal uitzonderlijke modellen die we amper of nooit te zien krijgen. Denk maar aan de Senna GTR of Elva. Ondertussen lanceerde McLaren echter ook een model voor dagelijks gebruik, de McLaren GT, al blijft dat natuurlijk relatief. Ā Ā
Foto’s: Ā© Lucas Custers
In 1992 maakte de wereld kennis met McLaren als autobouwer. Uiteraard waren er al eerder de sportwagens en de F1-bolides, met al in 1974 een eerste wereldtitel voor Emerson Fittipaldi, maar een straatwagen, dat was op Ć©Ć©n uitzondering na, de McLaren M6GT, nooit gebeurd. De McLaren F1 was een geesteskind van niemand minder dan super designer Gordon Murray en bleek dan ook een bolide zonder compromissen. Na de McLaren F1, die in 1995 voor een zege in Le Mans zorgde, was het wachten tot 2010 en de MP4-12C alvorens we weer een McLaren met nummerplaat konden zien.
Ondertussen zijn er een reeks superwagens de revue gepasseerd, maar McLaren wilde meer. Het merk lanceerde daarom de McLaren GT, een wagen waarmee het naar eigen zeggen de conventies van wat een Grand Tourer is, wilde herschrijven. En laat dat nu net het duale aan de McLaren GT zijn.
Twee gezichten
We hadden vier dagen lang de kans om deze indrukwekkende wagen aan de tand te voelen en vertrokken voor onze roadtrip van Brussel naar Vresse-sur-Semois, om via Francorchamps, weer naar Ukkel en de thuisbasis van McLaren in ons land te rijden. Waar de eerste meters in het drukke Brusselse verkeer even wennen waren, ondervonden we al snel dat de McLaren GT effectief een Grand Tourer is.
De auto laat zich makkelijk rijden, of het nu gaat om een drukke autoweg of een dorpskern in de Ardennen. Uiteraard zijn de 620 pk altijd aanwezig ā in drie rijmodi -, maar ze storen niet als er rustig kan of moet gereden worden. Bovendien zorgt de āComfortā-modus voor een rust en sereniteit die je in dit soort wagens niet meteen zou verwachten. De McLaren GT is effectief een wagen die in theorie dagdagelijks zou kunnen gebruikt worden. De plaats binnenin voor de bestuurder en passagier is immers prima en er is plaats voor bagage, voor laten we zeggen een weekendje āuitā.
Bovendien heeft McLaren al zijn knowhow in deze machine gestoken, waardoor we niet te maken hebben met bijvoorbeeld overtollig gewicht (amper 1466 kilogram), noch met een overdreven hoog verbruik (10 liter/100 km op de autoweg). Uiteraard kan het allemaal veel sportiever, want de 4 liter V8 met dubbele Turbo is uiteraard goed voor meer dan 600 pk en een spurtje van nul naar honderd in net iets meer dan 3 seconden. Maar het is een GT, dus het hoeft nietā¦ en dat is nu net wat McLaren wilde bereiken met deze fenomenale bolide.
Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.