Stoffel Vandoorne deelt in 2025 de Peugeot 9X8 Hybrid Hypercar met Loïc Duval en Malthe Jakobsen. Bij de seizoensopener in Qatar eindigde het trio in de Franse bolide op een twaalfde plaats, en dus moet het beter voor onze landgenoot tijdens de tweede afspraak van het WK Uithouding. Autosportwereld sprak met de West-Vlaming in de paddock van Imola.
Foto’s: Joost Custers en Peugeot Sport
“De omstandigheden zijn hier totaal anders. Het is een heel ander circuit, veel meer ‘old school’ dan in Qatar. De omloop is smaller, de uitloopzones zijn veel kleiner, en eigenlijk kan je zeggen dat het circuit op de limiet ligt voor Hypercars. Voor ons is het duidelijk: we zullen sowieso nog een stap vooruit moeten zetten, daar zijn we ons erg van bewust. Qatar was geen topweekend voor ons, terwijl dit voor ons eigenlijk nog een ontdekking is. Vergeet niet dat we hier vorig jaar pas onze eerste race met de nieuwe Peugeot 9X8 reden. Hopelijk kunnen we in vergelijking met toen een grote stap vooruit zetten.”
Denk je dat het weer opnieuw een rol zal spelen, net als vorig jaar?
“Het weer zal zeker een rol spelen. Vrijdag belooft wisselvallig te worden, met opklaringen naar het einde van de dag toe. Zaterdag zou dan warmer en droog moeten verlopen, terwijl zondag afwachten is: mogelijk krijgen we, net als vorig jaar, regen in de slotfase van de race. Daar liggen dan opportuniteiten, waar je als team gebruik van moet maken. Dan zijn er echt kansen op vlak van strategie en bandenkeuze.”
Want inhalen is moeilijk, en dan kan regen helpen?
“Klopt, de kwalificatie is hier erg belangrijk. Als het een volledig droge race wordt, zal er niet veel ingehaald worden. De enige mogelijkheden liggen bij het passeren van de GT’s en via de pitstopstrategie. Puur op de baan inhalen is hier erg moeilijk, en dan kan regen echt een bondgenoot zijn. Wie uit de problemen blijft, creëert kansen.”
Anderzijds voel je hier wel dat autosport leeft…
“Dat merk je echt al dagen. In Qatar is er veel minder publieke belangstelling. Zelfs de parade in het centrum van Imola was een voltreffer. De mensen leven hier echt voor autosport. ’s Morgens staan de fans al aan de paddock te wachten. Dat is uiteraard enorm aangenaam.”
In Spa is dat ook zo.
“Zeker en vast. Het kampioenschap blijft groeien, met nog diverse constructeurs die erbij komen. De competitie is intens, de wagens spreken tot de verbeelding, en er zijn grote namen – wat wil je nog meer? Die cocktail is bijzonder aantrekkelijk. Zelf is het al van 2021 geleden dat ik nog op Belgische bodem reed, toen met Jota. In 2024 kon ik er niet bij zijn door een clash tussen de kalender van Formula E en het FIA WEC.”