Het Red Bull Junior Team stond jarenlang bekend als dé kweekvijver voor jong F1-talent. Maar vandaag lijkt het programma zijn glans te verliezen. Afgelopen week werd Liam Lawson opzijgeschoven bij Racing Bulls, terwijl Yuki Tsunoda werd gepromoveerd naar Red Bull – een opvallende beslissing binnen een opleidingssysteem dat steeds vaker onder vuur komt te liggen. Waar Red Bull ooit toonaangevend was in het begeleiden van jong talent, lijkt het nu terrein te verliezen ten opzichte van concurrenten als Mercedes, Ferrari en McLaren.
Tekst: Nils Bovijn – Foto: Red Bull
Van pionier tot achtervolger
In 1989 werd Red Bull voor het eerst zichtbaar in de Formule 1 als sponsor van Gerhard Berger. Het eigen juniorenprogramma werd pas in 2001 opgericht, met als doel jong talent te begeleiden richting de F1-top. In 2004 debuteerde Christian Klien als eerste Red Bull-junior in de F1 bij Jaguar Racing. Een jaar later nam Red Bull het team over en vormde het om tot Red Bull Racing. Dietrich Mateschitz kocht daarnaast Minardi op, dat herdoopt werd tot Toro Rosso – het latere AlphaTauri, en vandaag Racing Bulls – een zusterteam dat exclusief diende als springplank voor jonge rijders.
Tussen succes en afbraak
Onder leiding van Helmut Marko groeide het juniorenprogramma uit tot een streng maar resultaatgericht systeem. Zijn reputatie als keiharde mentor zorgde voor succes, maar ook voor een lange lijst aan afvallers. Rijders die niet meteen presteerden, werden zonder pardon vervangen. Marko lijkt recent zelfs impulsief en minder doordacht te reageren…
Alexander Albon is een goed voorbeeld: hij debuteerde in 2019 en mocht na twaalf races al doorstromen naar Red Bull. Een jaar later werd hij alweer aan de kant geschoven. Pas na een omweg via DTM kon hij bij Williams zijn talent opnieuw bewijzen – zonder de druk van Marko.
Jean-Éric Vergne (later kampioen in Formula E), Brendon Hartley, Sébastien Buemi (meervoudig Le Mans-winnaar) en Daniil Kvjat kenden hetzelfde lot: afgeschreven in de F1, maar succesvol buiten het Red Bull-kader. Ook Carlos Sainz voelde zich tekortgedaan toen Max Verstappen – geen product van de Red Bull talentenjacht – voorrang kreeg bij Red Bull. Hij vertrok in 2017 naar Renault en groeide sindsdien uit tot een gevestigde waarde in de F1.
Dat roept de vraag op: is de Red Bull-aanpak nog wel van deze tijd?
Andere teams halen hen in
Red Bull was een pionier op vlak van talentontwikkeling. Maar vandaag hebben bijna alle topteams hun eigen juniorenprogramma’s – vaak met meer geduld en begeleiding. Mercedes en McLaren investeren niet alleen in talent uit de karting, maar bouwen ook intensieve ondersteuningstrajecten uit.
Zo werd Dries Van Langendonck vorig jaar opgenomen in het McLaren-programma, en geldt Kimi Antonelli als het grootste talent in het Mercedes-kamp. Red Bull lijkt ondertussen steeds moeilijker écht eigen talent te vinden én te behouden.
De aanpak van vijftien jaar geleden – snel beoordelen, snel doorschuiven, snel afschrijven – werkt niet meer. De concurrentie heeft geleerd, gekopieerd en intussen verbeterd. Als Red Bull opnieuw dé referentie wil zijn, is een grondige herziening van het juniorenprogramma onvermijdelijk.