Zolder 24: de exoten – de Chevron GR8 van Rush Drivers Collective

Sommige wagens vallen extra op in het veld van de 24 Uur van Zolder. Door hun looks geven ze kleur aan de wedstrijd en de meeste zijn ook underdog waardoor de aantrekkelijkheidsfactor nog vergroot. In GTA debuteert de Chevron GR8 in het Belcar Endurance Championship en dit met Toon Hungenaert, Frédéric Bouvy, Ron Sanen en Pieder Decurtins aan het stuur. De bolide zal door zijn uitstraling en zijn V8-geluid ongetwijfeld de aandacht trekken.

De wortels van de Chevron GR8 gaan terug tot een tiental jaar geleden en David Witt die het legendarische Britse merk nieuw leven inblies. De wagen kwam toen in actie in het British GT en het Britcar kampioenschap met onder meer Anthony Reid aan het stuur.

Voor Rush was het een heel avontuur om de auto in competitie te brengen. “Toon en ik waren al een tijd aan het nadenken om eens met iets speciaals te gaan racen.” begint Ron Sanen het verhaal. “We zagen op een site dat deze wagen te koop stond in Roemenië. Na wat telefoonverkeer en mails hebben we de stap gezet.”

“Ik hou van eenzitters en CN prototypes.” vertelt Toon. “Ze leveren veel power en grip. Met Rush willen we altijd uitblinken en rekenen onszelf een beetje bij de laatste ‘garagistas’ van de paddock. Daarom wilden we iets aparts doen, want in een Porsche zal ik ook nooit in de buurt van de specialisten zoals een Dylan Pereira komen. We zochten wat op over de geschiedenis van de Chevron GR8 en gingen de uitdaging aan. Tussen Kerstmis en Nieuwjaar zijn we hem dan voorbij Boekarest gaan halen.”

“Van de Chevron GR8 met de V8 Chevrolet zijn er twee gebouwd, één met het stuur langs links en één met het stuur aan de rechterkant, die British GT en Britcar deed.” aldus Ron. “Onze wagen is deze met het stuur aan de linkerkant en heeft destijds heel weinig gereden. De auto werd net voor de Corona-pandemie door een Roemeen gekocht die er heuvelklims mee wou doen. De wagen werd hiervoor echter niet goedgekeurd.”

“Het kostte veel werk om de aanpassingen voor de heuvelklims terug te draaien en hem klaar te maken voor uithoudingswedstrijden, onder andere op het vlak van de elektronica. Het was ook een hele opgave om aan reserveonderdelen te komen. Links en rechts hadden mensen wat mallen gekocht, maar de kwaliteit van de onderdelen die ze produceerden was niet heel goed. Uiteindelijk is het helemaal in orde gekomen.”

“Qua motor zijn we bij deze gebleven die in de wagen zat, de Chevrolet LS3 van 6,3 liter. We hebben de mapping wel moeten aanpassen. Het zijn vrij goedkope motoren die al jaren geproduceerd worden. Hij levert behoorlijk wat pk’s, veel koppel en is heel betrouwbaar, maar is wel dorstig. We gebruiken een sequentiële Hewland versnellingsbak met zes versnellingen. Buiten enkele verstevigingen, hebben we weinig aan de wagen veranderd zoals hij tien jaar geleden werd uitgetekend, want het is eigenlijk allemaal wel topmateriaal waarrond hij destijds werd opgebouwd.”

Een ongelukkig begin

“Enkele maanden geleden werkten we een test af en het ging heel goed tot de wagen in het laatste kwartier van de baan ging.” begint Ron het relaas over de oorzaak van het forfait aan de eerste twee Belcar-wedstrijden. “Toen dachten we echt dat het over was door het gebrek aan onderdelen. Ondertussen hebben we de Chevron kunnen herstellen en extra reserveonderdelen laten maken. We hebben echter nog niet genoeg kunnen testen. Tot nu toe hebben we slechts zes à zeven uur kunnen rijden waardoor we nog veel data missen.”

“Ik mik toch op een top-10 en alles daarbuiten zou voor mij een teleurstelling zijn.” zegt een optimistische Toon Hungenaert. “Ik denk dat we een goed rijderskwartet hebben en ik heb zelf ook al heel veel bijgeleerd van Fred Bouvy. We zijn zeer optimistisch, fier en trots dat we dit project kunnen brengen en het publiek is ook heel enthousiast over de wagen.”