Enkele dagen na de voorstelling van de ambitieuze toekomstplannen van Circuit Zolder sprak Autosportwereld met Harry Steegmans, Algemeen Directeur van de Limburgse omloop. Circuit Zolder is vandaag de grootste hub voor gemotoriseerde sporten in Vlaanderen, zowel op vier als op twee wielen.
Interview met Harry Steegmans, Algemeen Directeur Circuit Zolder
De plannen lijken een grote stap voor Circuit Zolder?
“Zeker, en dat zijn ze ook. We zijn een bedrijf, en de doelstelling van een bedrijf is nog altijd om winst te maken, om finaal in het zwart te schrijven. In dat kader moeten we naar de toekomst kijken, zonder ons DNA te verloochenen. Gemotoriseerde sporten blijven uiteraard centraal staan, net als de wielersport. Die combinatie is al twintig jaar onze motor. Als we samen met publieke of private partners ons domein nog aantrekkelijker kunnen maken voor een breder publiek, dan is dat een win-win. Dat komt alle activiteiten ten goede én het waarborgt de toekomst van het circuit. Vergeet niet: in Europa zijn er heel wat circuits die het lastig hebben. Wij willen net op een verstandige en gezonde manier vooruit.”
Over welke timing spreken we concreet?
“Veel hangt af van de externe partners. Wat het hotel betreft – dat trouwens verder van de piste zal liggen dan in de video getoond – zou de bouwaanvraag nog dit jaar kunnen ingediend worden. Dan spreken we over een mogelijke oplevering midden 2027. Ook de padelinfrastructuur zou er relatief snel kunnen komen. De andere elementen uit het plan lopen richting 2031. Daarna volgt een tweede fase, waarin bijvoorbeeld de heraanleg van de paddock aan bod zou kunnen komen. Maar ook daarvoor gaan we actief op zoek naar investeerders.”
Sommige details in de video leverden kritiek op. Hoe moeten we dat bekijken?
“Die video is een promotiemiddel, geen technisch plan. Het doel is om te tonen dat Circuit Zolder leeft en dat we aan de toekomst bouwen. Uiteraard zullen we bepaalde zaken kritisch opvolgen. Een betonnen pijler in een uitloopzone? Dat zal er uiteraard nooit komen. De visualisatie geeft een richting aan, meer niet. En wat absoluut vaststaat: gemotoriseerde sporten blijven voor ons cruciaal. Dat is onze identiteit.”