Thierry Tassin is sportief directeur van het Hypercar-programma binnen Team WRT en dus een belangrijke radar binnen het grote geheel van het Belgische team van Vincent Vosse en Yves Weerts. We spraken de oud-rijder in de aanloop naar de 93ste editie van de 24 Uur over zijn rol binnen de Belgische succesformatie.
“Als sportief directeur vertegenwoordig ik het team bij de officiële instanties.” begint Thierry het gesprek. “Ik moet er dus onder andere voor zorgen dat het volledige team het reglement naleeft. Ik ben ook het aanspreekpunt van de wedstrijdleiding over wedstrijdincidenten en moet ze gaan uitklaren bij de commissarissen. We hebben nog nooit een klacht ingediend, maar indien het zou gebeuren, ben ik ook de persoon die ze in naam van het team neerlegt.”
Wat is je rol binnen het strategische aspect van het raceweekend?
“We hebben een team van strategen binnen de Hypercar-afdeling. Aan het hoofd staat een verantwoordelijke voor de strategie, een Australiër, die wordt bijgestaan door een Spanjaard en een Fin. Zij houden zich bezig met de strategie die gebaseerd wordt op de verzamelde data, die ze zeer nauwkeurig bestuderen. Ik sta in constant contact met de verantwoordelijke en wij overleggen heel veel over de te maken beslissingen. De verantwoordelijke geeft de info dan door aan de race-ingenieurs, de enige personen die met de rijders aan boord praten. De race-ingenieur maakt de uiteindelijke beslissingen, omdat hij over de live-gegevens beschikt.”
“Er bestaat bijvoorbeeld een regel dat er minimum 2 bar aan bandendruk moet zijn. Een leegloper of een verandering in temperatuur kunnen schommelingen in deze druk veroorzaken. Wanneer de race-ingenieur ziet dat de bandendruk daalt kan hij zelfstandig de beslissing nemen om een pitstop uit te voeren. Het reglement is namelijk vrij streng op deze opgelegde regel waarbij er geen waarschuwing komt, maar onmiddellijk een bestraffing.”
Blijf je wakker tijdens de wedstrijd?
“Normaal wel. Voor mij staat er dus geen 24 Uur, maar een 36 Uur op het programma. Meestal zit ik aan de pitmuur, maar ik begeef me ook in de “strategy room” als ik bijvoorbeeld documenten moet invullen. Ik houd echter constant contact via de intercom. Voor de 24 Uur van Le Mans heb ik het geluk dat Pierre Dieudonné me bijstaat.”
Helpt je verleden als rijder in je huidige job?
“Zeker. Het helpt me om te begrijpen wat de rijders verlangen en welke informatie ze nodig hebben. Om een voorbeeld te geven: na de testdag heeft de koersdirectie de witte lijn die de track-limits aangeeft in de eerste en laatste bocht gewijzigd. Ik weet als voormalig rijder dat dit een enorme invloed heeft op de rijlijn en daarom heb ik dit direct ter sprake gebracht tijdens de briefing.”
Vind je het spijtig dat je nooit zelf de 24 Uur van Le Mans hebt gereden?
“Ja en nee. Dat is een heel specifiek verhaal. Begin jaren ’80, toen ik F3 en F2 reed, vroeg mijn toenmalige vriendin me regelmatig om nooit de 24 Uur van Le Mans te rijden. Het was een heel gevaarlijke periode in de autosport, zeker op Le Mans, en er gebeurden regelmatig fatale ongevallen. Op een bepaald moment stelde Tom Walkinshaw Racing me voor om met Jaguar de 24 Uur te doen (1985). Ik heb het toen met mijn vriendin besproken en maakte de beslissing om erop in te gaan. Uiteindelijk trok TWR de wagens terug. Als ik me goed herinner stonden ze nog niet voldoende op punt. Nadien heeft de mogelijkheid zich niet meer voorgedaan, ook omdat ik druk in de weer was met andere programma’s.”