Jean Rondeau: de enige man die Le Mans met zijn eigen auto won

Na onze terugblikken op de successen van McLaren, Audi en Toyota, keren we voor dit vierde deel in de aanloop naar de 24 Uur van Le Mans terug naar het jaar 1980. Het is het jaar waarin een uniek stukje autosportgeschiedenis werd geschreven. Op zondag 15 juni 1980, exact 45 jaar geleden, won Jean Rondeau als enige ooit de Franse etmaalrace… in een wagen die hij zelf had ontworpen. Een prestatie die sindsdien nooit meer werd geëvenaard en mogelijk ook voor eeuwig uniek zal blijven.

Foto’s: ACO

Van rijder tot constructeur

Jean Rondeau begon zijn loopbaan begin jaren zeventig in de eenzitters en toerwagens, zoals zovelen van zijn generatie. In 1972, 1974 en 1975 stond hij al aan de start van de 24 Uur van Le Mans, onder meer met Chevron, Porsche en Mazda, terwijl hij in 1973 niet door de kwalificaties raakte. Hij wilde echter meer en in 1975 begon hij echt geschiedenis te schrijven.

Dat jaar kondigde Matra zijn afscheid aan van Le Mans, en Rondeau sloot zich aan bij een ambitieus Frans project dat opnieuw een nationale winnaar naar de Sarthe wilde brengen. De verrassende, maar noodzakelijke financiële partner was Inaltera, een Franse fabrikant van… behangpapier. Twee seizoenen lang verscheen het team onder die naam aan de start. De bolides kregen uiteindelijk een Ford Cosworth V8 mee, ondanks het oorspronkelijke plan om een Peugeot-motor te gebruiken — trouw aan het Franse DNA.

Inaltera: een eerste hoofdstuk

In 1976 debuteerde Inaltera met twee wagens in Le Mans. De ene voor het Franse duo Henri Pescarolo en Jean-Pierre Beltoise, de andere voor onze landgenote Christine Beckers, Jean-Pierre Jaussaud én Jean Rondeau zelf. Pescarolo en Beltoise finishten knap als achtste algemeen en wonnen de GTP-klasse. Het tweede trio kwam eveneens aan de finish en werd derde in de klasse, achter onder andere de Lancia Stratos Turbo van Lella Lombardi en Christine Dacremont. Succesvolle vrouwen in de autosport: het was toen al meer dan relevant.

In 1977 verschenen drie Inaltera LM77 aan de start. De resultaten: een vierde, elfde en dertiende plaats, met opnieuw Christine Beckers en Lella Lombardi in de top elf. Daarna viel het doek over de samenwerking met Inaltera, maar Rondeau gaf niet op.

Van sponsor naar eigen naam

Na het vertrek van Inaltera besloot Jean Rondeau zijn bolides onder eigen naam in te schrijven. De resultaten waren in de aanvangsfase eerder wisselvallig. In 1978 viel de top tien buiten bereik, maar een jaar later werden Jean Ragnotti en Bernard Darniche knap vijfde algemeen — goed voor winst in hun klasse.

Le Mans in chaos

De uithoudingsracerij bevond zich eind jaren zeventig in woelig vaarwater. De gloriedagen van de Porsche 917 en Ferrari 512 lagen achter ons. De tweede helft van het decennium was versnipperd: een wildgroei aan categorieën, reglementen en klassen — onder meer Groep 4, 5, 6 én IMSA — zorgde in 1980 voor maar liefst zestien (!) subklassen binnen de 24 Uur van Le Mans. Teams konden hun bolides zelfs inschrijven onder verschillende technische reglementen.

Jean Rondeau ging voluit en bracht drie wagens aan de start. Henri Pescarolo en Jean Ragnotti vormden het speerpunt, maar ook het duo Jean Rondeau – Jean-Pierre Jaussaud was niet kansloos. De derde wagen, in de Belgische Belga-kleuren, werd bestuurd door Jean-Michel en Philippe Martin samen met Gordon Spice. Een maand later zouden de broers Martin overigens de 24 Uur van Spa winnen met een Ford Capri.

Opvallend: de Belga-Rondeau verscheen in de GTP-klasse aan de start en niet in Groep 6. De LM GTP-klasse (Le Mans Grand Touring Prototype) stond toe om op basis van een prototype grotere aanpassingen te maken qua koetswerk, zonder de beperkingen van Groep 6 en bovendien had deze semi-private inschrijving zo een kans op succes in een minder zwaar bezette klasse. De wagen was daarentegen wel iets zwaarder.  

Porsches, Lancia en een regenrace

De concurrentie kwam niet meer van fabrieksteams, maar van sterke privé-Porsche-teams, zoals de Porsche 908/J80 van Reinhold Joest en Jacky Ickx, en van teams als WM Peugeot en Lola. In de toen populaire klasse Groep 5 waren er diverse Porsche 935 en ook Lancia was aanwezig met de prachtige Monte Carlo Turbo.

Regen speelde een hoofdrol in deze editie. De start werd verstoord door een zware stortbui, en ook de rest van de race bleef nat — vooral in de slotfase. Opgaven stapelden zich op. Vooraan wisselden de koplopers elkaar voortdurend af. Porsche leek het pleit te gaan winnen, tot de Rondeau van Jaussaud en Rondeau na zes uur voor het eerst de leiding overnam. De strijd bleef echter intens en ’s ochtends lag alles nog open. De Rondeau kampte met remproblemen, de Porsche van Jacky Ickx verloor tijd door een defecte vijfde versnelling. Ickx jaagde op zijn vijfde Le Mans-zege, maar het lot besliste er anders over.

Een unieke overwinning

Dankzij een gedurfde bandenkeuze van Jean-Pierre Jaussaud in de regen en het strakke tempo van het duo, schreef Jean Rondeau geschiedenis. De Rondeau M379B pakte de algemene zege, als eerste én enige bolide ooit die werd gebouwd én bestuurd door dezelfde persoon.

Een heldendaad voor eigen publiek — en meteen het laatste hoofdstuk waarin een kleine constructeur Le Mans zou winnen. De Belga-Rondeau van de broers Martin vervolledigde het feest: derde algemeen en winnaar in de GTP-klasse.

In 1981 finishte het Franse merk nog knap tweede en derde, maar de komst van de Groep C-regelgeving keerde het tij en zag vooral Porsche oppermachtig worden. Meer dan een tiende plek (1982), een elfde plaats (1984 – met onder meer Pascal Witmeur), een achttiende (1985), een zeventiende (1986) en een twaalfde plaats (1987) zat er niet meer in. In 1988 verscheen voor het laatst een Rondeau aan de start van de race in de Sarthe. Onze landgenoot Patrick de Radigues en Max-Cohen Olivar zagen de finish nog wel, maar werden niet geklasseerd. Zo viel het doek over een schitterend verhaal van een avonturier die durfde dromen.