Elk jaar zijn er jubilea te vieren bij de 24 Uur van Le Mans. U kon al lezen over de 40-jarige geschiedenis van Toyota in de Franse etmaalklassieker en de opmerkelijke zege van McLaren in 1995. Dit jaar is het ook precies 25 zomers geleden dat de Audi R8 aan zijn zegetocht begon. De Audi R8 mag gerust als een van de meest invloedrijke prototypes uit de uithoudingswedstrijden worden beschouwd, afgaand op zijn technologie en palmares. De wagen was uitermate betrouwbaar en robuust, en behaalde zege na zege, zowel in Europa als Amerika.
(Foto’s: © Audi)
Audi Sport maakte in 1999 zijn debuut in de Franse etmaalrace met twee verschillende wagens, de Audi R8R en de R8C, die respectievelijk een open en gesloten cockpit hadden. Dit leidde een jaar later tot de Audi R8, een wagen die vijf keer de 24 Uur van Le Mans zou winnen en zes keer de 12 Uur van Sebring, om nog niet te spreken over de andere wedstrijden en de diverse kampioenschappen die de bolide aan zijn palmares toevoegde. De Audi R8, die in de categorie LMP900 uitkwam, kreeg achterin een 3,6 liter V8-motor met twee turbo’s, goed voor 610 pk met een koppel van 700 Nm. In de brandstoftank was tijdens de eerste jaren volgens het reglement plaats voor 90 liter benzine.
Audi Sport koos Joest Racing als partner voor het inzetten van de Audi R8 en deze samenwerking zou blijven tot het stopzetten van het sportscarprogramma door de Duitse autobouwer in 2016. Bij de eerste deelname van de R8 aan Le Mans werd het een volledig podium voor Audi. Tom Kristensen, Frank Biela en Emanuele Pirro wonnen met een ronde voorsprong op McNish-Aïello-Ortelli en drie op Alboreto-Capello-Abt.
Hoewel de Audi R8 van bij het begin domineerde, kreeg de bolide het succes niet cadeau. Zo werd de constructeur met de vier ringen in 2000 door Panoz verslagen bij zijn thuiswedstrijd op de Nürburgring, meetellend voor de American Le Mans Series.
Vorsprung durch Technik
De ingenieurs uit Ingolstadt hadden veel aandacht voor het snel oplossen van technische problemen, waardoor de rijders ook meer de limiet van de wagen konden opzoeken en minder aan het sparen van de techniek moesten denken. De achterkant van de Audi R8, bestaande uit de versnellingsbak, de ophanging en de achtervleugel, kon bijvoorbeeld op slechts enkele minuten gewisseld worden, waardoor er in Le Mans amper een ronde zou verloren gaan bij pech.
De wagen bleef stap voor stap evolueren, waarbij de introductie van een directe injectie in 2001 misschien wel de belangrijkste was. Dit leverde meer vermogen, een hoger koppel en vooral minder verbruik op, waardoor de Audi R8 zijn stint in Le Mans met een ronde kon verlengen. Dat jaar werd op de R8 ook een systeem geïnstalleerd om live de bandendruk te meten, zodat de rijder en het team bij een lekke band onmiddellijk werden gewaarschuwd. Het dodelijke ongeval van Michele Alboreto bij testritten met de Audi R8 op de Lausitzring, veroorzaakt door een klapband, was ongetwijfeld een belangrijke reden voor Audi om deze ontwikkeling uit te rollen. De Duitse constructeur zou deze technologie niet veel later ook op zijn straatwagens installeren, nog voor het in Europa een verplichting werd.
Ook privéteams oogstten succes met de Audi R8. Na een eerste poging in 2002, won Team Goh in 2004 de 24 Uur van Le Mans met het trio Tom Kristensen, Rinaldo Capello en Seiji Ara. Bij deze overwinning speelde onze landgenoot Torsten Robbens als teammanager een belangrijke rol. Het Amerikaanse Champion Racing boekte in 2005 de laatste zege voor een Audi R8 in de 24 Uur van Le Mans.
De Belg Didier Theys zat in 2001 aan boord van een Champion Audi R8, maar ook Paul Frère, de journalist en oud-winnaar van de 24 Uur van Le Mans, kon de wagen aan de tand voelen. Op 86 jarige leeftijd mocht Frère in 2003 met een Audi R8 drie ronden op het Circuit de la Sarthe rijden, voorafgaand aan de 24 Uur. Paul was danig onder de indruk en bereikte een topsnelheid van 302 km/u.
Vanaf 2006 was Audi opnieuw officieel vertegenwoordigd in de 24 Uur van Le Mans en dit met de R10, waarmee dat jaar de eerste overwinning voor een diesel werd behaald.
Een vervolg in GT3
Om het succes van de Audi R8 te vieren bracht de Duitse constructeur in 2006 een sportwagen voor de openbare weg met de naam R8 uit. Op basis van deze bolide werd een raceversie gebouwd die vanaf 2009 ontelbare GT3-successen zou behalen en ook nu nog een te duchten concurrent binnen deze klasse is. Van deze Audi R8 werden ook versies voor GT2 en GT4 ontwikkeld.
Zeges van de Audi R8 in de 24 Uur van Le Mans:
- 2000 – Audi Sport Team Joest: Tom Kristensen/Frank Biela/Emanuele Pirro
- 2001 – Audi Sport Team Joest: Tom Kristensen/Frank Biela/Emanuele Pirro
- 2002 – Audi Sport Team Joest: Tom Kristensen/Frank Biela/Emanuele Pirro
- 2004 – Audi Sport Japan Team Goh: Tom Kristensen/Rinaldo Capello/Seiji Ara
- 2005 – ADT Champion Racing: Tom Kristensen/Marco Werner/JJ Lehto
Zeges van de Audi R8 in de 12 Uur van Sebring:
- 2000 – Audi Sport North America: Tom Kristensen/Frank Biela/Emanuele Pirro
- 2001 – Audi Sport North America: Michele Alboreto/Rinaldo Capello/Laurent Aïello
- 2002 – Audi Sport North America: Johnny Herbert/Rinaldo Capello/Christian Pescatori
- 2003 – Infinion Team Joest: Frank Biela/Marco Werner/Philipp Peter
- 2004 – Audi Sport UK Team Veloqx : Frank Biela/Allan McNish/Pierre Kaffer
- 2005 – ADT Champion Racing: Tom Kristensen/Marco Werner/JJ Lehto
