40 jaar Toyota in Le Mans: een pad geplaveid met teleurstelling en triomf

In het eerste artikel van deze reeks in de aanloop naar de 93ste editie van de 24 Uur van Le Mans, blikte Autosport terug op de eerste – en tot dusver enige – zege van McLaren, inmiddels 35 jaar geleden. Vijf jaar eerder maakte Toyota voor het eerst als constructeur zijn opwachting, al zou het voor de Japanners nog tot 2018 duren vooraleer de langverwachte overwinning eindelijk volgde en het pad naar die zege verliep niet over rozen.

Foto’s: Toyota

Eerste stappen met vallen en opstaan

Hoewel de allereerste aanwezigheid van Toyota in de Sarthe teruggaat tot 1975, met een Sigma MC75 voorzien van een Toyota-krachtbron, verscheen pas in 1985 de eerste volwaardige prototyperacewagen van het merk aan de start van de legendarische Franse etmaalrace. Midden in het Groep C-tijdperk zette Toyota twee 85C in, maar die konden weinig beginnen tegen de Porsche-armada of de snelle Lancia-Martini LC2-85. Saturo Nakajima, Masanori Sekiya en Kaoru Hoshino slaagden er wel in om als twaalfde te finishen, op 44 ronden van de winnende NewMan Joest-Porsche met Winter, Ludwig en Barilla achter het stuur. De tweede Toyota – bestuurd door Elgh, Lees en Suzuki – moest bij het ochtendgloren opgeven met een kapotte koppeling.

Het zou nog meerdere jaren duren vooraleer Toyota zich echt in de voorste gelederen zou nestelen. In 1988 werd het trio Lees-Hoshino-Sekiya in de Toyota 88C opnieuw twaalfde, en pas in 1990 veroverde het merk voor het eerst een plek in de top tien. Sekiya, Geoff Lees en Hitoshi Ogawa reden toen naar een zesde plaats, op twaalf ronden van de winnende Jaguar, maar slechts één positie achter de snelste Nissan R90CP, uiteraard een andere Japanse constructeur. Dat resultaat van Nissan betekende meteen ook het beste resultaat ooit voor een Japanse wagen met een volledig Japanse bemanning.

Mazda pakt wat Toyota nog niet lukte

Pijnlijker werd het nog in 1991. Er verscheen geen enkele Toyota aan de start, terwijl concurrent Mazda geschiedenis schreef met de iconische 787B. Johnny Herbert, Volker Weidler en Bertrand Gachot schonken Mazda niet alleen de eerste Japanse zege in Le Mans, maar deden dat ook nog eens met een wankelmotor. Op het einde van het Groep C-tijdperk waren Mazda – en eerder ook Nissan – Toyota dus een stap voor.

GT-wagens en hoopvolle signalen

Ironisch genoeg keerde het tij voor Toyota net in een van de moeilijkste jaren voor de ACO. In 1992 stonden slechts 28 wagens aan de start, maar precies toen boekte Toyota zijn eerste echte successen. Masanori Sekiya, Pierre-Henri Raphanel en Kenny Acheson stuurden de gloednieuwe TS010 naar de tweede plaats, zes ronden achter de winnende Peugeot. Bovendien won een oudere Toyota 92C-V de klasse voor de oudere Groep C-wagens.

In 1993 werd Toyota dan weer hard met de neus op de feiten gedrukt. Peugeot bezette de volledige top drie, en ondanks vijf ingeschreven wagens moest Toyota genoegen nemen met de plaatsen vier, vijf, zes en acht – net voor een horde oudere Porsche 962 en Courage C30 LM.

Ook 1994 bracht geen soelaas. Wederom werd het een tweede plaats, ditmaal achter de Dauer Porsche 962 LM, een soort GT-wagen op papier maar in realiteit een aangepaste Groep C. Het reglementaire achterpoortje leidde tot felle discussies, maar de overwinning ging alsnog naar Porsche, met exact één ronde voorsprong op de afscheidnemende Groep C-wagen van Toyota.

De TS020 en het GT1-drama

Na enkele jaren afwezigheid keerde Toyota terug, aangespoord door het succes van de nieuwe LM GT1-reglementering. In 1998 verschenen drie indrukwekkende TS020 – beter bekend als de GT-One – aan de start. Geoff Lees, Ralf Kelleners en Thierry Boutsen leken op koers voor een historische overwinning, tot een probleem met de aandrijving negentig minuten voor het einde de Japanse – en Belgische – hoop aan diggelen sloeg. Achter twee Porsche eiste opnieuw Nissan ironisch genoeg de laatste podiumplaats op.

Het drama bleef Toyota achtervolgen. In 1999 ging alweer een overwinning verloren, en kwam daar nog het zware ongeval van Thierry Boutsen bij. De Belgische veteraan zou na dat incident nooit meer op hoog niveau racen. Alsof dat nog niet genoeg was, kreeg de leidende Toyota op minder dan een uur van het einde een lekke band. Het trio Tsuchiya-Katayama-Suzuki finishte… opnieuw tweede – de derde zilveren medaille in acht edities. De eerste polepositie voor Toyota, op naam van Martin Brundle, was een magere troost.

Wachten op een nieuwe kans

Na de teloorgang van het Groep C- en GT1-tijdperk verdween Toyota uit Le Mans, tot het LMP1-reglement en het FIA WEC in 2012 het merk terug naar de Sarthe brachten. Opvallend genoeg leidde Toyota in het begin van de comeback-race, maar een zege tegen het toen oppermachtige Audi zat er niet in. Kazuki Nakajima pakte in 2014 de polepositie en samen met Davidson en Buemi reed hij naar een verdienstelijke derde plaats.

In 2016 leek de verlossing nabij. Nakajima leidde in de Toyota TS050 Hybrid, maar in de voorlaatste ronde liep het alsnog fout. Op het rechte stuk van Mulsanne moest hij snelheid minderen door een defect in de verbinding tussen de turbocompressor en de intercooler. Vermogensverlies en het wegvallen van de turbodruk deden de aandrijflijn uiteindelijk de das om. Amper twee minuten later viel de wagen volledig stil, op de start/finishlijn. De beelden van de aangeslagen Toyota-crew in de pitbox gingen de wereld rond. Een jaar later volgde een nieuwe catastrofe en het leek alsof Toyota vervloekt was in Le Mans.

De ommekeer

Met het vertrek van Audi en Porsche uit LMP1 lag de weg eindelijk open. Toyota hield het FIA WEC – en Le Mans – mee recht en werd beloond met vijf opeenvolgende zeges, waarvan twee voor Fernando Alonso. Sébastien Buemi won maar liefst vier keer in vijf jaar en werd zo het uithangbord van de Japanse dominantie.

In 2023 brak Ferrari de hegemonie. Toyota finishte tweede – en herhaalde dat in 2024. Zo sluit het merk zijn eerste veertig jaar in Le Mans af met vijf overwinningen, zes tweede plaatsen, pijnlijke nederlagen en een diepe stempel op de geschiedenis van de grootste race ter wereld.