Zondag vindt in Indianapolis de 109de editie van de Indianapolis 500 plaats. Rinus VeeKay (Dale Coyne Racing) maakt zijn zesde start op de ‘Brickyard’ en vertrekt vanaf de 31ste positie. In een kort interview blikt de Nederlander op de lastige kwalificatie terug en kijkt hij naar de race vooruit.
Foto: © Rinus VeeKay PR
Heb je de kwalificatie van afgelopen weekend inmiddels een beetje kunnen verwerken?
“Ja, ik ben inmiddels wel wat van het kwalificatieweekend bekomen. Ik had echt wat slaap in te halen, want tijdens het weekend heb ik door de stress nauwelijks geslapen. Maar nu voel ik me eindelijk weer een beetje ontspannen, na zo’n intens en zwaar weekend.”
Het werd aan het einde spannend met jouw teamgenoot Jacob Abel (Dale Coyne Racing). Wat was jouw gevoel op het moment dat hij over de streep kwam?
“Eigenlijk zag ik al in zijn eerste ronde dat hij niet snel genoeg was. Toen dacht ik al: dit gaat hij niet meer verbeteren. Toch voelde ik op het moment dat hij over de streep kwam wel opluchting, omdat ik zelf door was. Maar tegelijkertijd voelde het ook wrang. Het is tenslotte mijn teamgenoot die uitvalt en hij is in de loop van de tijd ook echt een vriend van me geworden. Het was gewoon geen makkelijke situatie om in te zitten. Gelukkig staat in ieder geval een van ons aan de start van de race.”
Was deze kwalificatie te verwachten, of had je op een beter resultaat gehoopt?
“Natuurlijk had ik op een beter resultaat gehoopt, maar ik had niet de verwachting dat we om de polepositie of een plek op de eerste rij zouden meestrijden. In mijn hoofd hield ik rekening met een startpositie ergens tussen de 20ste en 25ste plaats. Ik had nooit verwacht dat we in de Last Chance Qualifier terecht zouden komen.”
Er staan zondag toch twee Penske-wagens achter je. Hoe is de sfeer in de paddock na alles wat er rond Penske is gebeurd?
“Iedereen is momenteel erg alert. Ik denk dat niemand echt met de situatie tevreden is. Penske heeft zelf inmiddels ook drie belangrijke teamleden ontslagen die verantwoordelijk waren voor wat er is gebeurd. Vanavond is er de traditionele Last Row Party, iets wat altijd bij de Indy 500 wordt georganiseerd voor de rijders die op de laatste startrij staan. Dit jaar sta ik daar samen met twee Penske-auto’s – iets wat ik eerlijk gezegd niet had zien aankomen.”
Jullie rijden dit jaar voor het eerst met een hybride component op de ‘Brickyard’. Is er een groot verschil ten opzichte van vorig jaar?
“Ik merkte inderdaad een duidelijk verschil. Er zit natuurlijk aanzienlijk meer gewicht aan de achterkant van de auto. Vooral in het verkeer voel je goed wat er gebeurt als de luchtstroom van de vleugels wegvalt. De achterkant wordt dan merkbaar zwaarder en dat is wel even wennen. Ik denk dat we daardoor wat minder inhaalacties zullen zien dan in het verleden. Gelukkig kan de lagere temperatuur daarbij wel enigszins in ons voordeel werken.”
De Indy 500 is de eerste ovalrace van het seizoen. Hoe bereid je je daarop voor?
“Eigenlijk kan ik behoorlijk leunen op mijn ervaring en dat helpt me enorm. Voor nieuwkomers is dat vaak lastiger. Zij weten nog niet precies wat hen te wachten staat. Wat de voorbereiding betreft, hebben we eind april een Indy Open Test gehad en dat was het eigenlijk. Verder kun je naar beelden van vorig jaar terugkijken en gebruikmaken van aantekeningen en notities. De rest van de voorbereiding bestaat uit het rustig opbouwen tijdens de maand op de Speedway.”
Met welk resultaat zou je zondag tevreden zijn?
“Het is natuurlijk lastig om daar iets concreets over te zeggen. Het hangt van wat de andere rijders doen af. Wat ik voor mezelf heb voorgenomen, is om het maximale uit de race te halen. Als dat lukt, ben ik tevreden. Dat zou een vijftiende plek kunnen betekenen, maar het zou ook zomaar de tiende plaats kunnen zijn. Het hangt helemaal af van hoe de race verloopt. Voor mij is het in ieder geval het belangrijkst dat we als team foutloos blijven en alles uit het beschikbare materiaal halen.”
