Dit weekend vindt in Imola de tweede van acht wedstrijden van het FIA WEC plaats. Wereldkampioen Laurens Vanthoor eindigde in Qatar buiten de punten. Die tegenvallende start staat in schril contrast met het sterke begin van het autosportjaar voor Porsche en Vanthoor in het Amerikaanse IMSA-kampioenschap. Autosportwereld sprak met de Limburger vlak voor de derde vrije sessie in Imola.
Foto’s: Porsche
Kom je graag naar Imola?
“Imola is een circuit uit de oude doos, en bovendien is de sfeer hier heerlijk. Ik hou van het eten en de beleving. Het is een uitdagend circuit waarop je echt naar perfectie moet streven om snel te zijn in deze wagens. Er is hier geen marge, geen ruimte voor fouten. Het is heel anders dan bijvoorbeeld Qatar. De autosportcultuur is hier, net als in Spa, Le Mans of Fuji, toch anders dan op sommige andere circuits in het kampioenschap. Ik kom hier echt graag.”
Hoe voelt het verschil tussen je prestaties in IMSA, waar je alles won, en FIA WEC, waar het minder vlot lijkt te gaan?
“Het zijn twee erg verschillende kampioenschappen, zelfs al rijden we met dezelfde wagen. Ik hou van beide. In de VS heb je veel gele vlaggen en safety cars, wat het racen helemaal anders maakt. Als je daar eens een seconde laat liggen, weet je dat je die later wel kunt goedmaken. In het FIA WEC moet je constant 100% bij de les zijn, want het is perfect mogelijk dat er geen enkele neutralisatie komt. Het loopt momenteel inderdaad wat moeilijker in het WEC. De motivatie is er altijd, maar als je vooraan rijdt en voor de zege vecht, geef je soms net dat beetje extra. Als je de overwinning kan voelen, komt die extra twee procent vanzelf. In een strijd voor bijvoorbeeld de tiende plaats is dat anders. Dat kent iedereen. We zijn hier duidelijk opnieuw niet de favorieten.”
Kan regen een bondgenoot zijn hier?
“Absoluut. Regen maakt het altijd interessanter, zeker op een circuit waar inhalen moeilijk is. Ik rijd bovendien graag in de regen. Het zou zeker kansen creëren, en misschien ook wat chaos. Een race met wisselende omstandigheden zou ideaal zijn.”
