FIA WEC – Laurens Vanthoor: “Een droom die werkelijkheid wordt”

Autosportwereld zat de dag na zijn wereldtitel in het FIA WEC samen met Laurens Vanthoor. De Limburgse wereldkampioen praatte voluit over zijn race, de impact van de wereldtitel en de toekomst.

Foto’s: Porsche

“Gisteren op het circuit besefte ik nog niet echt wat er gebeurde. Het was pas eens ik in bed lag dat de impact stilaan duidelijk werd, door de vele boodschappen via allerlei kanalen, de video waarin mijn dochter naar me toekwam na de finish, want dan pas begin je je te realiseren wat er echt aan de hand is. Ik was mentaal zo uitgeput van de stress dat ik wat versuft was, het drong ook niet echt tot me door. Ik ben ook geen tafelspringer en ik ben na zo’n race vooral opgelucht, eerder dan blij, omdat het niet alleen een droom is die uitkomt, maar anderzijds ook iets dat ik mezelf opleg. Ik ga dat dan ook niet meteen uitbundig vieren.”

De race naar de titel zelf was niet de makkelijkste, dat erkende ook Laurens Vanthoor:

“Ik heb niet mijn beste wedstrijd gereden, dat erken ik zonder problemen. Ik probeer daar nu niet aan te denken en zal dat over enkele weken doornemen en analyseren. Ik moet dat ook verbeteren. Anderzijds, ik heb een goed seizoen gereden en gisteren was wat betreft de omstandigheden erg bijzonder. Wij konden eigenlijk alleen maar verliezen. Je kan in die positie niet de held worden, maar eigenlijk alleen maar de verliezer zijn. Dan verzeil je dus in situaties waar je een knop te lang indrukt en een drive-through krijgt…”

Al bij de start raakte je met de Porsche 963 in een aanrijding betrokken:

“De aanrijding was met mijn rechtstreekse concurrent Miguel Molina, die me tweemaal heeft geraakt, al gaf hij na de race aan dat hij ook geraakt is. Hierdoor raakte de regelknop voor de roll-bar mogelijk defect. Dat bemoeilijkte de hele stint, naast het feit dat we niet optimaal zaten met de bandendruk. De problemen met die sensor van de regelknop en het feit dat de bandendruk misschien niet optimaal was, zijn hier nog meer een probleem dan elders, want we racen op een circuit waar de bandendegradatie enorm is. Op die manier liep alles wat fout kon lopen die eerste twee uren, ook fout. Alles komt dan samen en dat begint in je hoofd te spoken, want bovendien bleek de #7 Toyota behoorlijk sterk te zijn. Het is eigenlijk veel makkelijker om gewoon aan te vallen en niet te veel na te denken.”

Wanneer viel de druk dan weg?

“Bij de opgave van de #7 Toyota, want de #50 Ferrari leek nooit echt bij machte om de race te winnen. Eens de Toyota wegviel, wisten we dat het eigenlijk wel in orde zou komen.”

En jij rijdt dan bewust toch die laatste stint?

“We hebben dat intern besproken, want Kevin was goed en ik ben geen super fan van dit circuit. Uiteraard heb je bij zo’n beslissing alleen dat voor ogen dat het beste voor het team is en ik ging er van uit dat we zouden wisselen tussen de voorlaatste en laatste stint. Maar het team vroeg me plots of ik me goed voelde en dat was het geval, vooral gezien ik achter Dries naar voor ben kunnen rijden. Die laatste stint was dan… tja, we zijn wereldkampioen.”

Verandert dit je leven?

“Dat weet ik nog niet, maar het is veruit het grootste dat ik behaald heb. Mijn droom is nu nog om Le Mans te winnen, maar dit WK, met dit veld en deze concurrentie, misschien wel het sterkste startveld ooit, winnen, is zonder meer ook een droom die werkelijkheid wordt. Het feit dat ik 41 jaar na iemand als Jacky Ickx, een legende, de eerste Belgische wereldkampioen uithouding kan worden, dat idee is enorm. Ik denk wel dat ik iets speciaals heb neergezet. Dit is het hoogst haalbare dat ik op mijn pad kon behalen, samen met Le Mans en Daytona. Ik wil wel nog even doorgaan en onder meer Le Mans trachten te winnen, naast andere races die ik erg graag rij, te beginnen met midden november de FIA GT in Macau.”

Heb je veel reacties uit België gekregen?

“Ja, want ik krijg vaker berichten, maar dit is ongelofelijk. Al voor de race kreeg ik berichten van mensen waar ik jaren niets van gehoord had en na de race bleef het maar binnenkomen. Ik hoop vooral dat het voor onze sport iets kan betekenen!”