Stoffel Vandoorne heeft er bijna een eerste volledig seizoen in het FIA WEC opzitten en na een achtste plek in Fuji, het beste resultaat van de West-Vlaming en zijn teamgenoten bij Peugeot, Loïc Duval en Paul Di Resta dit seizoen, heerst er een zeker optimisme in het kamp van Peugeot. Na de eerste vrije training in Bahrein, waarin het trio voor de snelste tijd zorgde, zat Autosportwereld samen met de West-Vlaming die in 2025 eenzelfde programma als in 2024 zal afwerken.
Foto: © Peugeot
Stoffel Vandoorne start binnen enkele weken in de Formula E voor zijn nieuwe werkgever MSG Maserati en knikt bevestigend op de vraag of hij ook voor Peugeot in het FIA WEC zal blijven racen. “Er verandert op dat vlak niets”, opent Vandoorne het gesprek. Dat betekent dat we Vandoorne in 2025 weer in de beide wereldkampioenschappen zullen zien.
In Bahrein startte het weekend van Vandoorne en co prima met een eerste stek op de tabellen van de eerste oefensessie, “maar laten we dat toch relativeren, het verandert weinig in het geheel”, vertelt Stoffel Vandoorne. “Zeker hier, waar door de aard van de race, de startplaats van nog minder belang is dan elders. We racen hier acht uur en tijdens die race zijn er heel wat parameters die veranderen, uiteraard de temperatuur, maar ook de wind en er liggen door de stevige bandenslijtage ook meer en meer rubberballen op het circuit. Samengevat betekent dat iedereen op zoek moet naar het beste compromis qua afstelling, niet naar een perfecte auto in één van die omstandigheden. Neem nu de temperatuur, waarbij we op het heetste moment van de dag starten en dan koelt het meer en meer af. Een auto gedraagt zich niet hetzelfde in het begin van de wedstrijd als op het einde. Hetzelfde geldt voor de wind, die niet alleen in intensiteit kan veranderen, maar ook makkelijk van richting wijzigt en dus opnieuw de auto enorm kan beïnvloeden.”
Het seizoen van Stoffel Vandoorne en Peugeot was niet altijd makkelijk, “maar we denken dat een dubbele puntenscore hier weer mogelijk moet zijn. Dat is de ambitie. Het podium of hoger, lijkt me nog wat ambitieus, maar in de eerste helft van het veld moeten we toch kunnen eindigen, al is de concurrentie sterker en sterker aan het worden.”