Urs Kuratle, Director Factory Motorsport LMDh van Porsche, maakte in Portimão tijd voor Autosportwereld. Het gesprek ging uiteraard over de hoogdagen van de uithoudingsracerij, de comeback van het Duitse merk op het hoogste niveau en de inhaalrace tegenover Toyota.
Foto’s: © Jurgen Tap/Porsche
In het huidige FIA WEC zijn er in de topklasse ‘Hypercar’ eigenlijk twee soorten bolides: enerzijds de LMH of Le Mans Hypercar en anderzijds de LMDh of Le Mans Daytona hybrid. Waar de LMH volledig eigen ontwikkelde wagens zijn, naar het voorbeeld van Toyota, Ferrari en Peugeot, zijn LMDh auto’s met heel wat gemeenschappelijke onderdelen, zoals het hybride systeem en de versnellingsbak. Bovendien wordt het chassis door vier aangeduide leveranciers geleverd, in casu Dallara, Ligier, Oreca en Multimatic. Het is een opvallende vaststelling dat Porsche — dat legendarisch werd dankzij onder meer de Porsche 917, de Porsche 956/962 en later de Porsche 919 — voor die laatste optie koos. Zit een eigen auto bouwen dan niet meer in het DNA van de Duitse autobouwer die dit jaar 75 wordt? Dat wilden we weten…
“De discussie is uiteraard intern gevoerd”, opent Urs Kuratle. “En naarmate het proces van de regelgeving evolueerde, werd het duidelijk dat wij voor LMDh zouden opteren. De filosofie van deze nieuwe regels van de IMSA en ACO biedt veel meer mogelijkheden voor klantenteams dan in het recente verleden en dus opteerden wij daarbinnen voor de piste ‘LMDh’. Die wagens zijn minder complex en minder duur dan een LMH en voor ons is de mogelijkheid om een aantal private teams van een Porsche 963 te voorzien belangrijk, dat blijkt ondertussen al. LMDh betekent voor ons dat de uithoudingsracerij ook in de toekomst betaalbaar zal blijven. Sowieso is er een enorm verschil met de LMP1-wagens van weleer, maar ook in vergelijking met een Hypercar is de LMDh economischer.”
Evenwicht bewaren en dichterbij komen
Dat er twee types van wagens in het FIA WEC starten, betekent dat de inrichtende macht een verantwoordelijkheid draagt en dat beaamt ook Urs Kuratle: “De toekomst garanderen is het evenwicht bewaren. Vandaag is dat makkelijker in IMSA dan in FIA WEC, gezien de auto’s daar meer uiteenlopend zijn. Door het verschil in concepten wordt dat een hele uitdaging. Maar wij zijn ervan overtuigd en hebben er alle vertrouwen in dat de inrichters daarin zullen slagen.”
Ondertussen is het seizoen 2023 van start gegaan en leidt Toyota voorlopig de dans. “Zij hebben meer ervaring en we moeten hen bedanken dat ze de topklasse levend gehouden hebben en dan is het ook niet onlogisch dat zij vandaag nog een zekere bonus hebben. Zij plukken de vruchten van hun keuze. Wij willen er echter geen volledig seizoen over doen om dichterbij te komen. De ambitie is zonder meer om dit seizoen vooraan mee te vechten. Dat zal misschien niet voor Le Mans zijn of in Le Mans zelf, al weet je nooit wat er in Frankrijk gebeurt… We gaan ook van onze eigen sterkte uit en rekenen niet op pech van onze concurrenten.”
In Le Mans start Porsche meteen met drie eigen wagens en uiteraard nog een Porsche 963 voor het team van Jota, een opmerkelijke operatie, daar waar onder meer Toyota bewust voor twee wagens opteert.
“We hebben uiteraard nog een team in de VS en zij staan in voor de inzet van de derde wagen, wat het voor ons minder complex maakt dan voor andere deelnemers en secundo, de keuze om wagens te verkopen is vanaf het begin gemaakt. Dit jaar zijn er dat twee in zowel IMSA als FIA WEC, volgend jaar nog eens twee extra per serie. Of dat nieuwe klanten zullen zijn, of teams die uitbreiden, dat is nog niet duidelijk. Maar we willen inderdaad, met in het achterhoofd wat in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw gebeurde, meer klantenteams zien. Bovendien zullen we ook in de GT3-klasse van het FIA WEC op dezelfde manier actief blijven.”
Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.